Reis verslag
2008 EFSIX 1198 “Aeolus” in Frankrijk, Lac du Bourget
Oké, het Lac de Serre-Ponçon hadden we de afgelopen jaren wel gezien. Maar vind eens een gelijkwaardige plas, waar je ook kunt zeilen? Uiteindelijk werd het Lac du Bourget. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het is wel het grootste meer in Frankrijk. Net als Serre-Ponçon in de Alpen, alleen noordelijker: ongeveer tussen Lyon en de Mont Blanc en tussen Geneve en Grenoble. Op de Franse Wikipedia vond ik de gegevens van dit meer: 18 km lang, 1,6 á 3,5 km breed, 85 á 145 m diep en het ligt op een hoogte van 231m boven de zeespiegel. Het water van het riviertje de Leysse doet er 7 á 10 jaar over om het meer over te steken en uiteindelijk in de Rhône te stromen
Vrijdag 11 juli:
’s Morgens werden de laatste spullen in de boot geladen en het polyethyleen dekzeil afgespannen met touwen en spanbanden. Alles lag muurvast op de trailer en ook de kogeldruk was goed (47 kg). Het is altijd weer even wennen aan een volle auto plus dat gevaarte achter je, maar het leek wel of de auto alles steeds gemakkelijker trok; in de buurt van Lyon haalden we gemakkelijk 120 km/u. We waren pas om 11.15u vertrokken en onderweg hadden we veel regen en files, zodat we maar zijn doorgereden tot de eindbestemming, camping L'Ile aux Cygnes. Gelukkig mochten we van de campingeigenaar alvast op ons plaatsje staan, maar het werd wel overnachten in de auto (niet aan te bevelen…).
Zaterdag 12 juli:
Het regende nog steeds… We stonden op een winderige plek, meteen aan de rand
van het meer. Het uitzicht was adembenemend en toen de zon ging schijnen en de wind ging liggen, hadden wij het mooiste plekje van de hele camping! We zetten
de tenten op, voordat het weer ging regenen. En stormen…
Zondag 13 juli
Regen. In de loop van de middag hield het op en gingen mijn vrouw en ik een wandeling maken naar de botenhelling naast de camping. De box die ons bij reservering was toegezegd, bleek niet te bestaan. D.w.z. er waren op de rotskade wel nummers aangebracht, maar er lagen geen boeien en er stonden geen palen in het water. Bij de receptie vertelden ze dat er kettingen over de bodem liepen, van de ene kant van de sloot naar de andere. “Desolé, maar de duiker was dit jaar nog niet gekomen.” Dus of ik daar zelf een boei aan vast wilde maken. Geweldig hè, die Fransen. Vorige week had ik aan de boot geklust, maar dat was nog niet af toen we op vakantie gingen. Dus dat kon mooi in de eerste dagen op de camping gebeuren; de boot stond toch nog op de trailer bij de tent. Helaas was het niet gelukt om de RVS buitenboordmotorsteun in te laten korten, maar de houten plank had ik wel gerenoveerd, met epoxy en zwarte HB coating; hetzelfde spul als nu op het roerblad zit. Nadat ik steun en hout weer aan elkaar had geschroefd, begon het weer, jawel, te regenen. Vanwege het onweer met harde wind moest het dekzeil over de boot getrokken worden. Er kwamen zelfs touwen aan te pas om het zaakje niet van de boot te laten wegwaaien.
Maandag 14 juli:
Thuis had mijn moeder me geholpen met het fabriceren van een katoenen dekzeiltje. Dat had ik tijdens het trainingsweekend afgekeken van “Scarlet Ribbons”! De zeilogen had ik er al in geslagen, maar ik moest van PVC buis nog klemmen maken, om de rand van de boot. ’s Avonds heb ik ook nieuwe zeillatten gemaakt voor het Molenaar zeil. Die waren vorig jaar op vakantie uit het zeil gewaaid (jawel), maar sinds ik “nieuwe” zeilen (30 jaar oud, maar nooit gebruikt) van De Vries heb, zeil ik eigenlijk alleen nog daarmee. Het zou er deze vakantie ook niet van komen om het oude Molenaar zeil nog eens uit te proberen.
Dinsdag 15 juli:
Zon en weinig wind. Ideaal voor de tewaterlating. Tijdens het trainingsweekend stond mijn mast te ver naar achteren, althans dat vond ik. Dus zette ik nu alle stagen een gaatje losser en dat resulteerde en een licht achterover hellende mast; prima zo. Met hulp van mijn oudste dochter Marloes ging de plons in het water op rolletjes. Alleen kwam de kiel spontaan naar beneden; die zal losgeraakt zijn bij het uitladen. Tijdens het rijden kan er niets mee gebeuren, want dan rust hij op twee kielrollen van de trailer. Gelukkig was het alleen een kwestie van hijsen en borgen. De BBM (Yamaha Malta 3,5PK) deed het na een stop van een jaar nog voortreffelijk. Op ligplaats 38 lagen nogal wat rotsen onder het wateroppervlak. En het begon te waaien, dus het zoeken naar de ketting, zonder tegen de kant te botsen, was even lastig. Uiteindelijk heb ik met mijn eigen landvasten een boei aan de ketting gemonteerd en van daaraf een lijn naar de kant; als een soort zijlijn, waarlangs de boot in en uit de “box” kon worden gevaren. Het rode dekzeiltje zat prima en deed precies wat ik wilde: de hele inventaris aan het oog van anderen onttrekken en de regen tegenhouden. Alleen was ik het slot voor de BBM vergeten, maar ik schatte al in, dat dat niet zo’n probleem was, want alle andere boten hadden (heel) veel zwaardere motoren.
Woensdag 16 juli:
’s Middags de boot opgetuigd en even gevaren. Nou ja, gedobberd met windkracht 0,1. Het grootzeil is een paar weken geleden naar De Vries in Makkum geweest om het onderlijk te laten bijsnijden en een raam erin te maken. Over het raam ben ik heel tevreden, maar de bolling in het zeil is nog steeds aanzienlijk, zoals Joop de Bruin al voorspelde. Thuis toch nog eens contact opnemen met De Vries. Daar hadden ze me al beloofd dat ik er mee terug mocht komen als het niet naar mijn zin was. To be continued dus!
Donderdag 17 juli:
’s Middags weer gedobberd. Er leek wel wind te staan, maar eenmaal, met Marloes, op de plas: ho maar. Op de motor terug naar de haven. In ieder geval vond Marloes dit wel leuk om te doen. Achteraf bleek ik bij het aan boord stappen het draaiknopje van mijn horloge te hebben gemold aan de voorstag, ook dat nog.
Vrijdag 18 juli:
Gezeild met Marloes. Windkracht 3 dus we kwamen relaxed vooruit, richting Aix-les-Bains. Het grootzeil stond nu wel mooi onderin, alleen de bolling is nog fors. En ik moet (op advies van De Vries) het touw in het voorlijk nog eens losmaken: dat was in de loop der jaren flink gekrompen. Opvallend is de bovenste zeillat, die het zeil meteen al bolling geeft!
Zaterdag 19 juli:
Wat later in de middag een paar uur alleen gevaren, o.a. langs het vanmorgen afgebrande (“Discotec Le) Chateau”. Zonde! Er stond een windkracht 2/3 dus alleen varen ging goed.
Zondag 20 juli:
’s Nachts had het geregend. Het dekzeiltje was op twee plaatsen doorgezakt en lekte op de plaatsen waar enorme waterzakken waren verschenen. De volgende keer de achterkant wat beter afspannen. En thuis twee extra ogen aan de achterkant maken. Er was onweer voorspeld en ook gekomen, met een enorme storm en windstoten: niet gevaren dus.
Maandag 21 juli:
’s Morgens werd er flink gesurft, met nog steeds keiharde wind. In de middag nam die af, zodat Marloes en ik weer konden zeilen. Windkracht 4 en met tijden 5/6 dus we speerden over de plas! We kwamen ver voorbij Aix, bij een klooster aan het water, in de buurt van het ander einde van het meer. Terug met ruime en halve wind gingen we een aantal keren in plané. Goh, wat ging dat hard! Helaas gebeurde dat ook toen we bij de haven aankwamen en ik het grootzeil liet zakken; de schaar viel om en Marloes kreeg de giek tegen haar hoofd. Au! ’s Avonds was er weer storm.
Dinsdag 22 juli:
De hele dag keiharde wind. Leuk voor surfers, maar niet om alleen met de boot het meer op te gaan; niemand wilde mee.
Woensdag 23 juli:
Nog steeds een flinke wind en ik waagde het er toch maar alleen op. Op het meer bleek de windkracht aardig mee te vallen; gewoon lekker veel met af en toe een windstootje. Tijd genoeg om tijdens de lange rakken (de plas is bij “ons” zeker 3 km breed) aan de wind wat te spelen met de afstelling van de barberhaulers, zodat de fok mooi strak staat, zonder teveel spanning op het onder- of achterlijk. Jammer dat ik nog steeds geen nieuwe fokkenval heb; het voorlijk van de fok is onmogelijk strak te zetten met de huidige val. (Thuis ligt 5mm racing dyneema te wachten op montage…) Voor het aanleggen had ik hulp nodig van Marloes, want naast onze box kregen we een (Franse) buurman met een motorboot, die ‘m zo waardeloos had aangelegd, dat ik nog een halve meter overhield. De aankomstprocedure was: fok wegrollen, in de wind sturen, motor op vooruit zetten en roer vastzetten met de achterste landvasten, grootzeil strijken, op de fok naar de haven toe, inrollen, op de motor rustig verder, kiel omhoog draaien (i.v.m. de rotsen in de box) en aanleggen. En zowel mijn boot als die van de van de buurman wat verleggen…
Donderdag 24 juli:
Geen wind, hoe is het mogelijk!? Vandaag naar het Meer van Annecy geweest, zo’n 40 km verderop. Prachtig, maar ik zit liever aan Lac du Bourget: groter en nog mooier!
Vrijdag 25 juli:
’s Middags gezeild met mijn vrouw. Die wil het liefst alleen rustig varen. Met windkracht 2/3 kwam dat heel goed uit. In een uur zeilden we naar Aix en in een half uur weer terug. Op zo’n groot vaarwater lijk je soms niet zo hard te gaan, maar dat valt met een redelijk windje best wel mee, als je je eigen waterspoor bekijkt.
Zaterdag 26 juli:
Stilte voor de storm: ’s middags kwam er over het meer een waterhoos aanzetten. De tent bleef staan, maar het was weer spannend! (Die tunnel-tenten kunnen toch heel wat hebben!)
Zondag 27 juli:
Windstil en later zonnig en (heel) warm. Een mooie gelegenheid om voor de rolfoklijn eindelijk eens een geleidertje (een klein, maar heel chique Spinlock bullseye) op het voordek en een klem naast de mast te monteren.
Maandag 28 juli:
’s Middags met een beetje wind gezeild, maar die viel steeds meer weg. Dinsdag 29 juli: Lekker windje! Maar gisteravond was het laat nog erg gezellig, dus ik was een beetje duf ☻ Toen ik eindelijk om 16.00u op het water was, waaide het nauwelijks nog een 2. Voordeel was wel, dat de BBM gemakkelijk van nieuwe benzine kon worden voorzien; gewoon midden op het meer de zeilen laten zakken en de boot een tijdje laten dobberen.
Woensdag 30 juli:
Met windkracht 1/2 samen met mijn vrouw een paar uur gedobberd. Tijd zat voor een goed gesprek over de volgende vakantie, de kinderen enz.!
Donderdag 31 juli:
Het einde van de vakantie naderde, dus de boot moest weer uit het water. Marloes hielp weer mee, dus het losmaken van de ketting en het traileren ging gesmeerd. Toch hou je nog een hoop werk over: mast strijken, alle verstagingen losmaken en bij elkaar binden, het roer ontdoen van groene smurrie, de benzine uit de BBM overgieten in de jerrycan en (toch maar, ondanks de warmte) de waterlijn schoonmaken (de onderkant komt thuis nog wel), alle zeilspullen in het vooronder proppen en dan de hele bagage van 3 weken kamperen in de boot laden. Toen dat gebeurd was, kon het zeil erover en werd het voorste gedeelte alvast met touwen afgespannen. Tijdens het ophalen van de boot, stond een vriendelijke Fransoos geïnteresseerd onze verrichtingen gade te slaan. Hij vond de Efsix “un joli bateau”. Dat hadden al meer Fransozen spontaan aan mij verteld en ik had ze daar natuurlijk telkens vriendelijk voor bedankt. De meneer in kwestie wilde weten waar ze te koop waren, dus ik heb hem verwezen naar de site van Hoora!
Vrijdag 1 augustus:
’s Morgens werd de laatste bagage (2 kleine tentjes, slaapzakken e.d.) ingepakt. Nu kon het dekzeil helemaal worden afgespannen en werd de mast vastgemaakt. Douchen, afscheid nemen en wegwezen. Onderweg doorstond de hele trein de plensbuien moeiteloos. De terugweg ging een stuk sneller dan de heenreis: om 19.00u waren we weer thuis, met 950 km meer op de teller dan ‘s morgens. Na het uitpakken van alle bagage uit de boot, had ik het eerlijk gezegd wel helemaal gehad. Maar nu wachtte mij een nachtje slapen in mijn eigen bed..!
Is het Lac du Bourget nu een aanrader? Ja, natuurlijk. Het is een geweldig vaarwater, met een uitzicht dat je in Nederland nooit tegenkomt. In de verte waren zelfs de besneeuwde toppen van de Haute-Savoie te zien. De golfslag is gering en dat is heel typisch, want het is toch een grote plas. Natuurlijk was er met harde wind wel wat buiswater, maar op bijv. het Heegermeer heb je daar veel meer last van. Je moet alleen wel een beetje mazzel hebben: soms waait het niet, een andere keer stormt het en je maakt ook nog mee dat het eerst lekker waait en dat later de wind wegvalt. Maar als je tijdens je vakantie genoeg geduld hebt om een paar mooie zeildagen af te wachten, dan is het zeker de moeite waard. En terwijl de krant het ene trieste weerbericht na het andere over Nederland bracht, zaten wij daar in Frankrijk het meest van de tijd met stralend zonnig weer!
Efsix 1198 “Aeolus”